In de kas kan licht eigenlijk alleen goed gemeten worden bij volledige bewolking, ofwel volledig diffuse straling. Er zijn dan namelijk geen schaduwen van de constructiedelen van de kas die de meting verstoren. Voor de meting worden twee stralingsmeters gebruikt die exact hetzelfde signaal geven. De meters zijn op elkaar afgeijkt. De ene meter wordt waterpas op het dak gemonteerd en de andere meter wordt in de lengte- en breedterichting door de kas bewogen en daarbij ook zo goed mogelijk waterpas gehouden. De verhouding tussen de meting in de kas en de buitenmeting,uitgedrukt in procenten is de lichtdoorlatendheid van de kas voor diffuse straling. Voor directe straling zal de lichtdoorlatendheid van de kas wat lager zijn. Dit valt echter nauwelijks te meten. |
Alleen door te meten weet u hoeveel licht er in de kas valt |