Begrippen rondom licht
Over het begrip licht heerst er nog wel eens verwarring. Onderstaand wordt uitgelegd welke typen licht er zijn en wat hun betekenis is.Licht is het gedeelte van de straling dat voor mensen zichtbaar is. Dit golflengtegebied loopt van 400 tot 700 nm. Licht is dus de zichtbare straling. Zowel het menselijk oog als de plant zijn gevoelig voor licht. Het oog is echter voor heel andere kleuren gevoelig dan de plant. Daarom kan beter in verband met mensen het begrip ´kijklicht´ en in verband met planten het begrip ´groeilicht´ worden gebruikt. Groeilicht geeft de relatie tussen licht en fotosynthese beter weer. Voor een exacte relatie hebben we echter het begrip 'fotonenstroom' nodig
Kijklicht De belichtingsintensiteit van assimilatiebelichting wordt nog vaak in lux uitgedrukt. Bij eenzelfde hoeveelheid lux kan de ene lamp echter meer plantengroei geven dan de andere lamp. Voor een eerlijk vergelijk van lampen kan het beste de fotonenstroom worden gemeten. |
Relatieve gevoeligheid van het menselijk oog voor licht |
Groeilicht Groeilicht is de samenstelling van het licht waarvoor de plant gevoelig is. Planten hebben een hele andere relatieve gevoeligheid voor licht dan mensen. De plant is het meest gevoelig voor de kleuren rood en oranje en het minst gevoelig voor groen licht. Deze kleur wordt grotendeels door het blad weerkaatst. Daarom ziet een blad er ook groen uit. Een PAR-sensor meet het licht met dezelfde relatieve gevoeligheid als de plant. PAR staat voor de engelse term Photosynthetical Active Radiation. De hoeveelheid PAR wordt weergegeven in W/m2. Hoeveel licht uiteindelijk voor de fotosynthese wordt gebruikt kan echter met een PAR-meter niet worden bepaald. Hiervoor is een kwantumsensor nodig welke fotonen meet. |
Relatieve gevoeligheid van de plant voor licht |
Fotonen Licht is een apart verschijnsel. Het gedraagt zich als een golfbeweging, net als geluid, maar de energie die met licht overgedragen wordt zit in hele kleine deeltjes, fotonen genaamd. Die fotonen leveren de energie voor het fotosyntheseproces. De energie-inhoud van een foton verschilt per golflengte waarop deze uitgezonden wordt. De energie-inhoud van een foton wordt uitgedrukt in kwantum (E). Een PAR-sensor meet de energie van de fotonen, deze zal voor eenzelfde aantal fotonen in het blauwe gebied op een hogere energiehoeveelheid uikomen dan voor fotonen in het rode gebied (hogere golflengte). Het fotosyntheseapparaat van een plant reageert echter alleen op het aantal fotonen. Dus om precies te bepalen hoeveel fotosynthese er bij een bepaalde hoeveelheid licht mogelijk is dient het licht gemeten te worden met een kwantumsensor. De door de kwantum-sensor gemeten fotonenstroom wordt uitgedrukt in de eenheid in micromol (µmol) per m2 per seconde. Vroeger werd i.p.v. micromol ook wel de term microEinstein gebruikt, genoemd naar de ontdekker van het fenomeen kwantum. Wat de kwantumsensor meet is PPFD. Dit is een afkorting voor de engelse term Photosynthetic Photon Flux Density, of vrij vertaald de stroomdichtheid van fotonen t.b.v. fotosynthese. |
De relatie tussen Watt en µmol is niet lineair bij 400 nm is 1 Watt = 3,4 µmol bij 700 nm is 1 Watt = 5,8 µmol PAR en PPFD zijn daarom niet naar elkaar om te rekenen. |