Switch to English 

Eigenschappen van licht

Binnen de tuinbouw wordt zowel gesproken over licht als over straling en worden er verschillende eenheden gebruikt voor het uitdrukken van de hoeveelheid licht en/of straling. De gebruikte termen kunnen echter vaak niet met elkaar worden vergeleken. Hieronder treft u een overzicht van gebruikte termen en hun nut binnen de tuinbouw.

Licht
Licht is het gedeelte van de straling dat voor mensen zichtbaar is. Dit golflengtegebied loopt van 400 tot 700 nm (nm=nanometer, dit is een miljoenste millimeter).

Bij een regenboog wordt het witte licht van de zon gescheiden in alle mogelijke zichtbare kleuren
Straling
Straling is de algemene aanduiding voor alle electromagnetische trillingen. De golflengte van de trillingen bepaalt wat voor soort straling het is. Het gehele gebied van de electromagnetische trillingen loopt van meer dan 1 meter (radiogolven) tot kleiner dan een miljoenste nm voor gammastraling.

Zonnestraling
Voor de tuinbouw is de straling van de zon van belang. Het bestaat uit de zichtbare straling (licht) en onzichtbare straling, waarvan een groot deel warmtestraling is (infrarood straling). Daarnaast bevat het zonlicht ook ultraviolette straling. Het totale golflengtegebied van straling dat van de zon komt wordt globale straling genoemd. In de praktijk wordt meestal het gebied tussen 300 en 3000 nm gemeten (onder andere met een Kipp Solarimeter). Dit is het gebied van het zichtbare licht, maar ook een stukje van de ultraviolet (UV)-straling (300-400 nm) en een deel van de infrarood (IR)- straling (700-3000 nm).

Wat is straling
Straling wordt als pakketjes energie (fotonen) uitgezonden in de vorm van electromagnetische golven. Straling heeft de eigenschap dat het energie direct overbrengt van het ene voorwerp naar het andere. Het heeft geen medium (lucht) nodig om de energie over te dragen. Stralingsgolven kunnen alleen rechtuit en daarom moeten voorwerpen elkaar kunnen "zien" willen ze straling van elkaar kunnen opvangen. Als een warm voorwerp een kouder voorwerp "ziet" dan straalt het warmte uit naar dit koude voorwerp. Het warme voorwerp verliest energie en wordt kouder. Het koude voorwerp warmt op. Een plant die in het zonlicht staat zal naast licht ook de warmtestralen van de zon opvangen en hierdoor opwarmen. 's Nachts kan het tegenovergestelde gebeuren. In een onbewolkte nacht is de hemelkoepel soms tientallen graden onder de buitentemperatuur, waardoor de kas in temperatuur daalt door uitstraling. Om uitstraling van de plant naar het kasdek te voorkomen kan een scherm worden gesloten, uiteraard mits dit scherm de eigenschap heeft de warmtestraling naar het gewas terug te kaatsen.

Kleurtemperatuur
Naarmate een voorwerp warmer wordt gaat het straling uitzenden met een steeds kortere golflengte. Denk aan een kachel. Als deze wordt opgestookt wordt eerst alleen infrarode (onzichtbare) straling uitgezonden. Als de kachel verder wordt opgestookt wordt de golflengte van de uitgezonden straling op een gegeven moment zo kort dat het zichtbaar wordt. Rood licht heeft een golflengte van 650 nm en wordt als eerste zichtbaar. De volgende kleur die zichtbaar wordt is geel (600 nm), gevolgd door groen (550 nm) en blauw (450 nm). De kleuren van het licht kunnen we dus niet alleen uitdrukken in de golflengte, maar ook in de kleurtemperatuur.

Door een gekrijte kas wordt invallend licht diffuus Directe en diffuse straling
Wanneer de straling van de zon rechtstreeks op de aarde valt spreken we over directe straling. Een deel van het zonlicht wordt echter altijd verstrooid, ook bij helder weer. Bij bewolkt weer wordt een groot deel van het licht verstrooid en bij een volledig bewolkte lucht is al het licht verstrooid. De straling wordt verstrooid door de waterdruppels en stofdeeltjes in de lucht. De lichtstralen komen dan uit alle richtingen en er is dan geen schaduw. Straling die uit alle richtingen komt wordt diffuse straling genoemd. De plant benut diffuse straling beter dan directe straling. Dit komt omdat de diffuse straling veel dieper in het gewas doordringt. Er is veel minder schaduw van de bovenste bladlaag. Bij 100 W/m2 diffuse straling zal de fotosynthese enkele procenten hoger zijn dan bij 100 W/m2 directe straling.
© Cli Mate 2024    | Contact|Disclaimer