Switch to English 

Energiebesparing: De installatie in het ketelhuis

Installatie in het ketelhuis
De installatie moet nauw aansluiten bij de vraag naar warmte, CO2 en electriciteit. Daarvoor dient u een idee te hebben van het verloop van de warmte-, CO2- en electriciteitsvraag over een etmaal in de verschillende seizoenen. Een voorlichtings- of projectbureau kan hierbij hulp verlenen. Als de energiebehoefte bekend is kan bepaald worden welke energiebron(nen) het best aansluiten bij de vraag en tegen de laagste kosten aan de vraag kunnen voldoen. Is dit bijvoorbeeld een ketel of WKK. Daarbij spelen ook andere factoren een rol. Is er subsidie te verkrijgen op de energiebron, wat is het onderhoud en dergelijke? Van niet te onderschatten belang is het gascontract waar u mee te maken krijgt. Dit kan bijvoorbeeld de beslissing beïnvloeden of electriciteit met een eigen WK-installatie geproduceerd moet worden of beter van het net is te betrekken. Na de aanschaf van de apparatuur dient het zo ingepast te worden dat het de gevraagde energie tegen de laagste kosten produceert.

Leidingen dienen zo kort mogelijk te zijn en zo min mogelijk bochten te bevatten. Dit geeft onnodige weerstand die door grotere pompen overwonnen moet worden. Als er toch bochten nodig zijn dan dienen deze met een "flauwe" hoek aangelegd te worden. Liever tweemaal een 45 graden bocht dan éénmaal een 90 graden bocht.

De warmtebron dient goed geïsoleerd te zijn. Via wanden en voeten kan veel energie verloren gaan. Energieadviseurs beschikken soms over infrarood camera´s waarmee de warmte-afgifte van een bron in beeld gebracht kan worden. Op zo´n plaatje is direct te zien waar zwakke plekken zitten in de isolatie.

Het is van belang te weten bij welke stand de bron het hoogste rendement levert. In de regeling van het ketelhuis dient hier rekening mee gehouden te worden door minimum en maximum vermogen zodanig in te stellen dat met het hoogst rendement gedraaid worden. Hierbij moet wel bedacht worden dat de bron hierdoor niet vaak aan- en uitgeschakeld wordt want dit zorgt voor een lager rendement en voor slijtage, waardoor de onderhoudskosten stijgen. Voor een ketel is het bijvoorbeeld van belang dat deze zoveel mogelijk in laag toerental draait. Een warmtebuffer met hoge buffercapaciteit in een open buffersysteem geeft meer vrijheid in het vastzetten van het minimum en maximum vermogen en staat toe om lange tijd in een vaste stand te draaien. Een energiemanagementprogramma dat met behulp van een liocaal weerbericht vooruit kijkt kan hier zeker ook bij helpen.

Het rendement van een warmtebron kan sterk verhoogd worden wanneer de latente warmte die in de vochtige uitlaatgassen zit ook benut kan worden. Dit kan door gebruik te maken van een condensor. In de condensor condenseert de waterdamp uit de rookgassen en de warmte die hierin zit wordt via een warmtewisselaar afgegeven aan een verwarmingsnet. Hoe lager de retourtemperatuur van dit verwarmingsnet hoe meer waterdamp zal condenseren en hoe hoger het rendement zal zijn. Het verschil in onderwaarde en bovenwaarde van een brandstof is het verschil in energie dat latent in de waterdamp van de rookgassen aanwezig is. Aardgas heeft bijvoorbeeld een onderwaarde van 31.72 en een bovenwaarde van 35.17 MJ/m3. Dat betekent dat het rendement met 11% verhoogd kan worden door de latente warmte volledig te benutten.
De temperatuur van de rookgassen zegt veel over het rendement van de installatie.
Als de temperatuur van de rookgassen gemeten kan worden

BEREKEN dan hier het rendement van de ketelinstallatie (geldt alleen voor Gronings aardgas).

De ketel levert warmte en CO2


Leidingen moeten zo kort mogelijk zijn


Een rookgascondensor verhoogt het rendement
© Cli Mate 2024    | Contact|Disclaimer