Switch to English 

De ketel

Ketels algemeen
Een ketel dient als warmtebron in een CV-installatie. De ketel kan op verschillende brandstoffen werken. Per brandstof is wel een aanpassing nodig van de brander. De verbranding in een ketel is vrij schoon (afhankelijk van het type brander en de afstelling). Als de juiste brandstoffen worden gebruikt dan kunnen de rookgassen gebruikt worden voor CO2-dosering. Er zijn vele factoren die het rendement van een ketel bepalen. De luchtovermaat waarop de ketel draait is hiervan een belangrijke factor, maar ook de isolatie, aantal trekken (aantal keer dat de rookgassen door een vlampijp gaan voordat ze in de schoorsteen uitkomen) en de turbulentie van de rookgassen in de vlampijpen(dmv retarders) bepalen het rendement. Een gemiddelde ketel die op aardgas wordt gestookt heeft een rendement van 85 a 90% op bovenwaarde.
Een ketel dient bewaakt te worden op minimum en maximum temperatuur.
De minimum temperatuur moet voorkomen dat rookgassen in de vlampijpen condenseren (bij gebruik van gronings aardgas is de condensatietemperatuur 55ºC). Hierdoor zouden de vlampijpen namelijk wegroesten. Bij speciale ketels van roestvrij staal of gietijzer mogen de rookgassen wel condenseren. Met deze ketels kan een hoger rendement worden bereikt omdat er meer warmte aan de rookgassen kan worden onttrokken (de ketel bevat als het ware een ingebouwde condensor).
De maximum temperatuur moet voorkomen dat er stoom in de ketel ontstaat, waardoor de druk in de ketel te hoog op zou lopen. Bij 1 atmosfeer gaat water over in stoom bij 100ºC. Bij een hogere druk neemt de kooktemperatuur toe. Bij een verwarmingsysteem dat onder druk gehouden wordt (door hoge druk stikstof uit cylinders)kan met een temperatuur van boven de 100 ºC worden gewerkt. Het voordeel is dat met een relatief klein verwarmingssyteem meer warmte kan worden geleverd. Het rendement kan verhoogd worden door na de ketel een rookgascondensor te plaatsen.
Rookgascondensor
Bij de verbranding worden koolwaterstoffen omgezet in kooldioxide (CO2) en water (H2O). Dit water is in gasvorm in de rookgassen aanwezig. In de waterdamp zit veel energie verborgen. Zonder condensor zou dit door de schoorsteen verdwijnen. Het verschil in energie-inhoud op bovenwaarde en op onderwaarde geeft aan hoeveel van de energie er in de waterdamp zit.
Het rendement van de condensor hangt rechtstreeks samen met de verlaging van de rookgastemperatuur die kan worden gerealiseerd. Dit hangt weer af van de kwaliteit van de warmtewisselaar, het aantal keer dat de rookgassen door een warmtewisselaar gaan voordat ze in de schoorsteen verdwijnen (enkele of dubbele condensor) en de temperatuur van het water dat door de condensor gaat. De laagste watertemperatuur kan bereikt worden door de condensor op een apart verwarmingsnet aan te sluiten (lage temperatuurnet).
© Cli Mate 2024    | Contact|Disclaimer